“Heel gewoon, heel gewoon, niemand had het zo verwacht. Geen paleis of een dure woning, wie had dat ooit gedacht”. De klanken van kerstmuziek klinken uit Sarah’s CD-speler in de keuken van haar gezellige appartement. Als geen ander weet ze sfeer te scheppen en ook dit jaar is haar huis omgetoverd tot een winterwonderland. Overal hangen en staan lichtjes. Hier en daar wat kunstsneeuw zorgt voor een mooi effect. Heel gewoon – een romantisch kerstverhaal.

Het is de 24e december en bijna kerstfeest. Sarah is druk bezig met allerlei recepten voor tweede kerstdag. De tijd rond kerst is niet het jaargetijde waar ze naar uitziet. De dagen zijn kort en omdat ze nooit getrouwd is, komt ze ’s avonds na een dag werken alleen en, wat soms nog erger is, in het donker huis. Daarom al die lichtjes. Dan valt het niet zo op.Ze noemt zichzelf happy single, maar dat is natuurlijk niet altijd zo. Sommige dagen baalt ze stevig dat ze vaak alleen is.

Gelukkig heeft ze haar familie en vrienden, waar ze altijd welkom is. Toch wil ze hen niet tot last zijn. Ze is vastbesloten om haar eigen boontjes te doppen en dat doet ze al jaren. En daar is ze best een beetje trots op.Als ze somber is, probeert ze zichzelf moed in te praten. Het helpt ook echt dat ze Jezus haar Vriend mag noemen. Rond de kerstdagen is het extra moeilijk om alleen te zijn. Ook al is ze eerste kerstdag welkom bij haar ouders, samen met de  rest van haar familie en maken ze er met elkaar een fijn samenzijn van. Dan heb je altijd nog die tweede dag.

Hoe komt ze die dan door?

Maar nu heeft ze iets bedacht. Eigenlijk iets wat al jaren als plannetje in haar hoofd zit, maar waar het nooit van kwam. Ze heeft besloten om vijf eenzame mensen uit de kerk, waartoe ze behoort, uit te nodigen voor tweede kerstdag. Eng is dat!

Dat uitnodigen alleen was al een dingetje, maar ze heeft het toch gedaan. Ze is persoonlijk bij hen langsgegaan en heeft hen gevraagd te komen. En weet je wat? Op één na zeiden ze allemaal ja. Joehoe! Geweldig toch? Nu heeft ze een doel voor tweede Kerstdag en iets moois om naar uit te kijken.

Sarah neuriet zachtjes mee met de kerstklanken, terwijl ze in de keuken bezig is. Haar handen zitten onder het beslag en het aanrecht is een regelrechte ravage, maar dat is niet belangrijk. Haar focus ligt bij een appeltaart. De appels liggen al geschild klaar met heel veel kaneel erop (lekker)! Voor zo’n appeltaart draait ze haar handen niet om. Die heeft ze al zo vaak gebakken. De taart schuift ze de oven in en tegelijk veegt ze een weerbarstige haarlok uit haar gezicht. Ze heeft niet door dat er hierdoor ook wat beslag op haar wang belandt. Haar lange lokken heeft ze tot een paardenstaart gebonden. Anders heeft ze er alleen maar last van tijdens het bakken. So far, so good.

Terwijl de appeltaart heerlijke geuren verspreidt, ruimt ze eerst even wat op. Zo kan ze niet koken. Als de keuken weer veranderd is van slagveld naar werkterrein, is het tijd voor het volgende gerecht. Bij de slager heeft ze kippenpoten gekocht. Lekker makkelijk. Iedereen een poot. Die gaan in de grote (van haar moeder geleende) braadpan om heerlijk te bakken en te sudderen.

Ze opent de koelkast en uit een kreet van schrik! Oh nee, ze heeft geen boter genoeg. Met een half pakje gaat ze het echt niet redden. Zal ze even bij de buurvrouw aankloppen om te vragen of zij nog een pakje heeft? Nee, dat doet ze niet. Die is natuurlijk ook druk bezig met de voorbereidingen voor de kerst. Er zit niets anders op. Zucht. Ze moet even naar de supermarkt. Snel pakt ze haar jas, checkt de appeltaart in de oven en springt op haar fiets.

Het is druk in de supermarkt. Dat kan ook haast niet anders. Iedereen wil allerlei lekkers in huis halen voor deze dagen. Sarah bekijkt het heel even van  een afstandje en vraagt zich stilletjes af waarom iedereen zo druk is met eten. Het gaat toch immers om de komst van de Here Jezus? Jozef en Maria zullen de avond van Zijn geboorte geen feestmaal hebben gegeten in die stal. Snel schudt ze die gedachten van zich af. Niet zo negatief, Sarah. Een beetje gezelligheid kan toch geen kwaad. Ze pakt een mandje en gaat op weg naar de boter.

“Hoi, Sarah!” hoort ze ineens een mannenstem groeten, net als ze onelegant met de deur van de koelcel worstelt. Waarom klemt die deur ook en net op dit moment. Ze draait zich om. “Bram, hé! Ook aan het shoppen?” Ze bloost als ze zijn lachende gezicht ziet. Oeps, ze ziet er niet op haar allervoordeligst uit. Niet het beste moment om hem te zien? Waarom komt ze hem juist nu tegen? En niet als  haar wilde haren keurig in het gelid zitten? Ze strijkt haar haar naar achter en hoopt er het beste van.

Sarah, die inmiddels al tegen de 50 loopt, is hopeloos verliefd op weduwnaar Bram. En hij vindt haar ook leuk. Dat hebben haar vriendinnen bevestigd. Zijn vrouw is twee jaar geleden overleden en liet hem en een tweeling (inmiddels tieners) achter. Zijn twee dochters staan op een afstandje keurend toe te kijken. Ook dat nog. “Ja, dat heb je met de kerstdagen, hè?” grinnikt Bram. Waarom hij zo lacherig doet, snapt ze niet. Maar ze heeft nu echt geen tijd voor een babbel. “Sorry, Bram. Ik heb het echt zo druk. Ik moet terug naar huis. Er staat een appeltaart in de oven.” Maar Bram houdt haar toch nog even aan de praat.

“Ja, ik hoorde dat je een aantal eenzame mensen uit de gemeente te eten hebt gevraagd voor Tweede Kerstdag. Wat goed van je.” zegt Bram. En Sarah kan het niet helpen. Ze bloost alweer. Wat is dat toch. Ze krijgt het er warm van. En als ze haar klamme handen wil afvegen aan haar rok, omdat ze zich echt geen raad weet, merkt ze dat ze haar bloemetjesschort nog aan heeft. Nee! Oma’s schort, die ze overigens koestert, is niet de kleding waarmee ze wil gezien worden in het openbaar en dan zeker niet bij hem. O, help. Ze maakt dat ze weg komt. “Ik moet echt gaan, joh!” Ze geeft de twee meiden een vriendelijk knikje en spoedt zich naar de kassa. Het zweet staat op haar rug. Die domme opvliegers ook. Of het dit keer ook echt een opvlieger is, wil ze nog even niet over nadenken. Nu niet.

Thuisgekomen loopt ze in de gang langs de spiegel en in een flits ziet ze haar spiegelbeeld met haar verwarde haardos en haar bloemetjesschort en het is niet waar, ook nog een hele streep beslag over haar voorhoofd. Ze lijkt wel een indiaan. Ze slaakt een boze kreet (uch!) en gooit haar handen in de lucht. Nu kan ze het echt wel schudden. Bram vindt haar natuurlijk een grote viespeuk. Maar daar is niets meer aan te doen. Waar wel wat aan te doen is, is de maaltijd voor Tweede Kerstdag. De cd die nog draait, brengt haar weer tot rust. Bram schuift ze figuurlijk naar  de achtergrond en ze focust zich op haar baksels. Dat is nu belangrijker. Ze zal eens laten zien wat ze kan.

Een paar uur later verkeert de keuken in crisis, net als Sarah. Haar mooie schema is helemaal in de soep gelopen. En die soep zit vol klontjes. Ze is ook helemaal geen keukenprinses. Waarom is ze hier aan begonnen? Pure hoogmoed, dat is het. De kippenboutjes zijn wel goed gelukt en ook de appeltaart. Dat was ook niet zo heel moeilijk en dat heeft ze al heel vaak gedaan. Maar de rest? Met het toetje wat ze wilde maken, is het ook slecht afgelopen. Zucht! De slagroom is tot boter geklopt. Ze was even afgeleid en toen was het te laat. Dat zo’n kitchenaid dan ook niet op tijd stopt met mixen. Daar hoort gewoon een sensor op te zitten. En dat noemt zich keukenhulp.

En de spruitjes, die zijn nog keihard. Die zijn niet gaar te krijgen. Grrr! Je zou ze. Wat moet ze doen? De staafmixer in de soep zetten? Maar dan verpulvert ze ook alle lekkere handgedraaide balletjes. En ook van de vermicelli blijft niets meer over. Wat heeft ze toch verkeerd gedaan? Ze snapt er niets van.

Zal ze haar beste vriendin appen? Die is zo goed in de keuken. Zij weet vast wel een oplossing. Maar dat betekent dat ze haar eigen nederlaag moet erkennen. Dat nooit. Ze heeft vol bravoure geroepen dat ze dit allemaal best kan. Alle hulp heeft ze afgeslagen. En nu? Er komen tweede kerstdag gasten en zoals het er nu uitziet, is het menu:klontjessoep, een kipkluifje en een stukje appeltaart. Kan ze dan niet gewoon een kerstdiner maken?

Een halfuur later zit ze nog in dezelfde houding en heeft ze nog geen oplossing. En dan besluit ze toch om haar vriendin te appen. “Marieke, help! Mijn keuken is een ravage, mijn slagroom tot boter geklopt door de kitchenaid mijn recepten mislukt.” Het is inmiddels half vier en Marieke zal wel druk zijn met haar gezin en kerst. Toch duurt het niet lang of het piepje van haar mobiel gaat. “Ik kom eraan.” En even later staat Marieke voor de deur. Ze heeft nog allerlei lekkers meegenomen ook. De tranen springen Sarah in de ogen. Wat een schat. “Wij kunnen best wat missen”, lacht Marieke. “je kitchenaid blijft voorlopig in de kast”.

De cd wordt opnieuw aangezet en even later klinken de serene klanken van de kerstliederen door de keuken. Met nieuwe energie wordt er meegezongen  en de keuken gecleand. met zijn tweetjes is het klusje zo gepiept en binnen een halfuurtje ,oké, drie kwartier, is bijna alles weer aan kant. De soep wordt met de staafmixer (dit jaar een romig soepje), de spruitjes gaan de magnetron in (en jawel hoor, daarvan zijn ze onder de indruk) en voor het toetje wordt een alternatief bedacht. Natuurlijk heeft Sarah aan Marieke ook verteld over haar ontmoeting met Bram. Marieke heeft haar gerustgesteld. “Lieve schat, die man is hoteldebotel op jou. Die haakt echt niet af door wat wilde haren, een veegje beslag of een bloemetjesschort”. Dat stelt Sarah weer enigszins gerust. Door haar kookmislukking voelt ze zich een behoorlijke sukkel. “Waarom kan ik dit nu niet?” moppert ze.  Ze geneert zich voor haar vriendin. Die vindt haar vast een enorme loser.

Dan gaat de deurbel. Voor de zekerheid checkt Sarah in de spiegel nu wel of ze toonbaar is. Haar bloemetjesschort gooit ze in de hoek neer. Eén afgang per dag is genoeg. Dan opent ze de deur. Het is Bram. Weer bloost ze. Bram ziet het en lachend zegt hij: “Je kleurt mooi bij deze bos bloemen”. Achter zijn rug vandaan tovert hij een prachtige bos rode rozen tevoorschijn en geeft haar die. Sarah stottert van verlegenheid. “W-wil je even binnenkomen?”, vraagt ze. “Een andere keer graag. Ik wil je nu vragen of je vanavond meegaat naar de uitvoering van Sela. Ik heb twee kaartjes”. “Ja, graag!” Sarah knikt. “Ik pik je om half zeven op, oké? Enne, van mij mag je mee mét beslag op je wang en met bloemetjesschort aan, hoor! Gewoon zoals je bent.” Sarah vindt alles goed, maar ze zal wel zorgen dat ze er vanavond uitziet om door een ringetje te halen. Haar ogen stralen als ze weer bij Marieke in de keuken komt. Ze heeft een date met Bram! En dan ook nog naar Sela. Geweldig! Dit wordt haar beste kerst ooit!

Marieke is net zo blij als Sarah. Ze maken samen even een vreugdedansje. Het mislukte en geredde diner is voorlopig even vergeten. Ze ruimen snel de laatste rommel op. Enthousiast roept Marieke: “Kom, dan dekken we ook nog je tafel.” Sarah probeert nog te protesteren, maar Marieke opent de serredeuren al, richting woonkamer. Snel doet Sarah de stekker in het stopcontact en heel even is het heel stil. Marieke staat ademloos naar het sprookjesachtige tafereel te kijken. “Vind je het niet prachtig? ” vraagt Sarah stralend. Hier voelt ze zich niet onzeker over.

Midden in Sarah’s woonkamer staat een prachtig gedekte tafel. Een rood damasten tafelkleed is over de tafel gelegd en daarop staan Sarah’s mooiste witte borden (ooit haar uitzet), de kristallen glazen van haar oma, het mooie zilveren bestek met handgeschreven naamkaartjes eraan en drie prachtige kandelaren met kaarsen erin. Over de tafel verspreid liggen fonkelende lichtjes, die het geheel een betoverend aanzien geven.

“Sarah, je hebt je mooiste spulletjes gebruikt. En dat doe jij voor mensen die je amper kent?” brengt Marieke uit. “En jij maakt je druk dat je niet koken kan? Meid, al kreeg ik de hele dag niets te eten, dan zou ik hier nog steeds willen zijn.”

Sarah schokschoudert wat. Wat moet ze daar op zeggen? “Dat is toch heel gewoon. Ik wil dat mensen zich welkom en geliefd voelen”.

“Weet je aan wie je mij doet denken?”

“Aan een mislukte kok?” raadt Sarah.

“Nee, malle”, grinnikt Marieke. “Je lijkt op God. Hij gaf het mooiste wat Hij had. Zijn eigen Zoon.”

En juist op dat moment klinkt uit de cd-speler dat wondermooie lied:

Als je veel van iemand houdt, geef je het mooiste wat je hebt, dat is heel gewoon. Omdat God van mensen houdt, gaf Hij het mooiste wat Hij had, Zijn eigen Zoon. Hoe ik ook denk, hoe ik ook denk, een mooier geschenk ken ik niet.

Heel gewoon – een romantisch kerstverhaal

Heel gewoon een romantisch kerstverhaal

Bovenstaand verhaal mocht ik schrijven en zelf voorlezen bij onze vrouwenkring. Ik voelde me zeer vereerd. Ondanks dat ik me niet optimaal voelde, lukte het me toch om een romantisch kerstverhaal zelf voor te lezen. Dankzij de bemoediging van mijn vriendinnen, die me een hart onder de riem staken. Je kunt het!

En ik kon het! Wat ontzettend fijn. Wat ben ik dankbaar voor deze vriendinnen, die me dit moment gunden. Het was echt een moment met een gouden rand, een knipoogmomentje.

Zo kon ik verschil maken met mijn talent. Niet alleen, maar samen.

Hou je haaks!

Meer knipoogmomentjes staan onderaan deze pagina.