Hij woont sinds kort samen met zijn vriend, onze oudste. Dat is best wennen voor mijn moederhart. En af en toe komt hij nog even bij ons wat halen of mee-eten of gereedschap terugbrengen. Maar wat is nu thuis?

Hij appte dat hij met zijn auto naar de garage moest (bij ons in de plaats), dus hij kwam naar ons toe. Hij zou mee-eten en dan thuis slapen. Als moeder denk je dan: dat is hier, bij ons. Daar ging ik ook helemaal vanuit. Gezellig. Alle kamers weer gevuld met kinders. 

Toen onze oudste het huis verliet, hebben we een beddenruil met zijn jongere broer gedaan. Onze tweede had een steigerhouten bureau en bed, maar wilde een ander bureau. Hij had last tijdens het gamen van de onregelmatigheid van het hout.

Hij kocht een mooi bureau van mango-hout. Maar daar stond zijn bed niet mooi bij. Bovendien wilden we de set compleet houden. We hebben er ooit behoorlijk wat geld voor betaald. Ik geef graag weg, maar sommige dingen vind ik echt jammer. In overleg met onze oudste kreeg hij zijn bed. De steigerhouten set verdween naar zolder.

Maar als onze oudste hier zou slapen, moest ik dat bed opmaken. Ik vind dat dan altijd een beetje sneu als ze dat zelf moeten doen. Dat voelt niet zo welkom. Toch heeft de ervaring me geleerd dat jij even door moet vragen.

Thuis

En inderdaad thuis was bedoeld als bij zijn vriend. Niet bij ons. Snik. Geen knipoogje voor mij. Misschien goed om een nieuwe omschrijving te verzinnen. Toen hij nog op kamers woonde, was thuis op kamers en thuis thuis bij ons. Kijk, daar kan ik wat mee. Dan weet je waar je aan toe bent.

Afijn, dit keer was thuis bij zijn vriend. De volgende keer is het bij ons. Want ook al vliegen ze uit, een ouderlijk huis blijft ook altijd een beetje thuis, nietwaar?

Meer wederwaardigheden van mij als moeder vind je in mijn dichtbundel Mammoedig. Je vindt de bundel in mijn webshop. Je kunt de gedichten ook als digitale print shoppen.

Hou je haaks!

thuis knipoogje 163