Voor wie weleens een paniekaanval heeft gehad, weet dat dit bijna niet te hanteren is. Ook ik kamp hier bijna dagelijks mee. Daar zitten we dan, Paniek en ik, gezellig naast elkaar en soms wel hand in hand. Waar hij gaat, daar ben ik en andersom. Ik denk zo vaak: ik moet echt niet meer zoveel met hem optrekken. Niet meer naar hem luisteren. Was hij maar dood, die angst. Maar nee hoor, overal waar ik ga daar is hij. Hoe je om kunt gaan met paniekaanvallen? Ik ben er een beetje uit en soms voel ik wat ik onderaan mijn blog beschrijf. Hoe ga jij ermee om? Laat het me weten.
Soms laat ik hem weleens thuis, maar toch vertrouw ik het dan niet. Op de gekste momenten komt ie namelijk om de hoek kijken. “Verrassing!” roept hij met een grimas en ik heb weer maanden last van die paljas.
Want het lijkt misschien wel of we vrienden zijn, omdat we onafscheidelijk lijken. Maar niets is minder waar. Ik haat hem echt die gast. Hij bespringt en besluipt me en houdt me in zijn wurggreep. En weet je wat zo vals is? Hij pakt me op mijn kwetsbare kant, niet op mijn grote mond en stoere uitstraling. Nee, die laat hij met rust.
Hij pakt me op mijn onzekerheid of ik wel goed genoeg ben, of ik er wel toe doe. O, kon ik maar ontsnappen!
Ik weet dat er een Held is die mij helpen kan, Die heel wat beter voor mij zorgt dan hij. Die mij heeft gemaakt en van me houdt. En met mijn mond belijd ik ook best dat ik Hem vertrouw, maar eigenlijk voelt Paniek veel vertrouwder.
Toch weet ik deze laatste een slechte raadgever is. Ik kan me beter overgeven aan een betere Redder, Jezus. Hij reikt me Zijn uitgestoken hand.
Maar is Hij wel te vertrouwen? In de Bijbel staat van wel, maar als er dan toch iets vreselijks gebeurt, wat moet ik dan? Is Hij dan werkelijk in staat te helpen? Is Hij dan de ‘Ik zal er zijn’? Ik ben bang dat er maar één manier is om daar achter te komen: de sprong wagen.
En daar ga ik dus…
Ik spring, ik val, ik tuimel naar beneden. Ik stort te pletter. Of toch niet? Een zuchtje wind en een zachte landing. Ik ben zojuist op Zijn machtige adelaarsvleugels beland. Heb je die film weleens gezien van ‘De Reddertjes In Kangoeroeland’. Daar stort het jongetje op een gegeven moment in een ravijn. Je vraagt je ernstig af hoe dat af moet lopen. Dat gebeurt met mij tijdens een paniekaanval. Hij wordt opgevangen door de adelaar.
Zo wil ik erop vertrouwen dat Gods adelaarsvleugels ook onder mij zijn.
Wat voelt het veilig: de wind streelt door mijn haren en ik weet dat ik nooit meer bang hoef te zijn. Ik mag weten, dat Hij er altijd is en mij vangen zal. “Dank u, Heer”, zeg ik zachtjes en geniet van het uitzicht. Eindelijk vrij! Al is het maar even. En Paniek?
Die moet het voorlopig zonder mij doen. Ik heb een nieuwe beste Vriend, een echte beste Vriend! Die wetenschap geeft me een knipoogmomentje, waar al het andere bij in het niet valt.
Hoe je om kunt gaan met paniekaanvallen
Ik vind het heel moeilijk om te blijven vertrouwen. De paniekaanvallen blijven terugkomen. Hoe doe jij dat? Kun je me vertellen hoe je kunt omgaan met paniekaanvallen?
Hou je haaks!
Geef een reactie