De temperaturen stijgen (eindelijk)! Wat heerlijk, zeg! Alles kan weer uit, oké bijna alles. De dikke broeken worden verruild voor luchtigere en kortere exemplaren. Het thermische ondergoed kan weer terug naar achter in de kast en de bikini’s komen tevoorschijn. Mijn laarzen verwissel ik voor mijn favoriete schoeisel: All Stars gympen en de benen mogen weer bloot. Nou ja, bloot? Oeps! Dat gaat niet zomaar! No way! Daar moet eerst een stevige inspectie aan vooraf gaan. Want wie maalt er ’s winters om een haartje hier of daar? Ik niet! Broeken en truien met lange mouwen bedekken een heleboel (geweldig!). Maar ’s zomers wil ik toch wel heerlijk kunnen flaneren en is alles ongenadig zichtbaar. Dus het scheermes moet er echt aan te pas komen. Scheer je weg, beharing! Nou ben ik daar niet zo heel erg handig mee, dus af en toe wordt het weleens een bloederige toestand. Je moet er wat voor over hebben!
En wat te denken van teennagels en voeten? Ik ben doorgaans te lui om me hier echt heel druk om te maken, behalve wanneer de temperatuur weer richting 20 graden kruipt. Dan ben ik in alle staten van paniek, want hoe krijg ik in vredesnaam in een paar dagen alles zomerklaar? De afgebladderde nagellak wordt verwijderd en de teennagels worden voorzien van een gezellig kleurtje. En met een goede voetencrème smeer ik fanatiek mijn voeten in, dus dat moet ook goedkomen (hoop ik). Eén keer per jaar gun ik mezelf een bezoekje aan de pedicure. Dat heb ik vorige maand gedaan, dus de grootste eeltplekken zijn al verwijderd. Met een beetje insmeer-inspanning komt het helemaal goed met mijn onderdanen.
Natuurlijk wil ik dat ook mijn oksels er weer fris en fruitig uit zien. Ik hou ’s winters de bebossing op pijl door regelmatig te scheren, maar als het topjesweer wordt, komt er wat meer nauwkeurigheid om de hoek kijken en manoeuvreer ik mezelf in de gekste bochten om mijn oksels zomerklaar te krijgen. Ik kan dat bij de spiegel doen, maar dat geeft zo’n zooi in de wastafel, dus ik doe het onder de douche. Vervolgens smeer ik mijn body van top tot teen in met lotion en ruik heerlijk fris, terwijl ik een gezellig jurkje aantrek en geniet van het stralende weer. Het is maar goed dat er na de winter een zomer volgt. Het is ook wel weer fijn mezelf een beetje op te tutten.
Dan is er tenslotte nog één dissonant: mijn fladderarmen ofwel kipfilets. Ik probeer zo min mogelijk te zwaaien. Als ik mijn armen een beetje tegen mijn lijf aangedrukt hou, valt het niet zo op. Ik heb al diverse video’s opgeslagen met allerlei oefeningen (die je dan wel moet doen en niet alleen naar moet kijken) om de fladders te reduceren. Echter hiertoe kan ik mezelf gewoon niet zetten. Dus heb ik besloten deze zomer gewoon niet te zwaaien. Het is dus geen onwil als ik niet wuif naar je, maar alleen een antikipfiletcampagne. Of moet ik gewoon overal lak aan hebben en (met behaarde oksels en dito benen, afgebladderde nagels en eeltvoeten) enthousiast zwaaien, kipfilets of niet!? Nee! Liever niet. Eigenlijk ben ik soms uit pure bravoure weleens geneigd tot het laatste (dat krijg je met mannen in huis, die alles kunnen laten staan), maar ik denk niet dat ik het lef heb! Ik moet ook aan mijn imago denken (dat ik alles onder controle heb en zo). Bye, bye, zwaai, zwaai!
Geef een reactie